Heerlen, een pionierstad op het gebied van lokale voedselproductie?
Vorig jaar werden een aantal stadslandbouw projecten in Heerlen geïnterviewd door Claire Lafleur, geboren in Heerlen, studie Sociale Geografie & Planologie aan de Universiteit Utrecht. Voor haar afstudeerproject deed zij onderzoek naar de mogelijkheden die krimpstad Heerlen biedt om een duurzaam regionaal voedselsysteem tot stand te laten komen. Bij een duurzaam regionaal voedselsysteem richt zij zich in dit onderzoek voornamelijk op stadslandbouw.
Hieronder het voorwoord en de samenvatting. Voor de volledige thesis, klik hier: Thesis Claire Lafleur Duurzaam Regionaal Voedselsysteem Heerlen
Voorwoord
Beste lezer,
Voor u ligt het onderzoek naar de mogelijkheden die krimpstad Heerlen biedt om een duurzaam regionaal voedselsysteem tot stand te laten komen. Met dit onderzoek rond ik mijn tijd af als bachelorstudent Sociale Geografie en Planologie aan de Universiteit Utrecht af. Sinds het tweede jaar van mijn studie ben ik geïnteresseerd in duurzaamheidsvraagstukken op lokaal niveau. Mijn wens is dan ook om hier later mijn werk van te maken. Begin september 2018 tot en met het eind van januari 2019 ben ik bezig geweest met het uitvoeren van dit onderzoek. Het schrijven was dan ook een leerzaam proces waarin ik veel te weten ben gekomen over dit interessante onderwerp.
Ik wil graag alle respondenten bedanken voor hun bijdrage aan dit afstudeeronderzoek. Verder wil ik Sophie te Wierik en Esther van Duin bedanken voor de begeleiding die zij mij hebben geboden tijdens het proces. Verder wil ik mijn lieve vriend Marck de Visser en lieve vriendinnen Femke Mathijssen en Renske Hoekstra bedanken voor de feedback op het onderzoeksplan en het eindconcept. Als laatste wil ik al mijn lieve familie, vrienden bedanken die mij hebben gesteund het afgelopen halfjaar.
Ik wens u veel leesplezier, Claire Lafleur
Utrecht, 24 januari 2019
Samenvatting
Probleemstelling & Theorie: Tijdens de conferentie ‘de Hongerige Stad’ bleek dat er een transitie nodig is van het huidige voedselsysteem naar een duurzaam regionaal voedselsysteem om het milieu te ontlasten en de groeiende stedelijke bevolking van voldoende, duurzaam en gezond voedsel te voorzien. Het ministerie van Economische zaken en Klimaat vindt dat gemeenten een belangrijke rol spelen in deze transitie. Uit eerder onderzoek blijkt echter dat een transitie richting een duurzame ambitie voor elke stad anders verloopt en dat er niet één manier is die elke stad kan toepassen. Steden die te maken hebben met demografische krimp hebben volgens eerder onderzoek meer ruimte voor duurzame transities dan groeiende steden. Tegenwoordig kent Nederland, net zoals andere landen op de wereld, steeds meer steden en gemeenten die te maken hebben met demografische krimp. Dit onderzoek had daarom als doel erachter te komen in hoeverre krimpstad Heerlen mogelijkheden biedt om een duurzaam regionaal voedselsysteem tot stand te laten komen.
Methode: In dit onderzoek is gebruik gemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethoden. Er is een beleidsanalyse uitgevoerd en er zijn negen semigestructureerde diepte-interviews afgenomen, waarvan een met een wethouder en een interview met een oud-wethouder van de gemeente Heerlen, vijf interviews zijn afgenomen met burgers die betrokken zijn bij verschillende projecten op het gebied van lokale voedselproductie. Ook zijn er interviews afgenomen met een expert binnen de Gebrookerbosmethode en met een expert op het gebied van agrofood, werkzaam bij de provincie Limburg.
Resultaten: De belangrijkste uitkomsten van dit onderzoek waren dat er al verschillende initiatieven en projecten zijn die zich bezighouden met lokale voedselproductie in Heerlen. Verder bleek dat de gemeente Heerlen wel belang hecht aan lokale voedselproductie in de stad, maar door gebrek aan financiële middelen en capaciteit op dit gebied geen beleid heeft ontwikkeld op dit gebied en deze verantwoordelijkheid bij de burger legt. De overheid geeft aan de initiatieven van onderop aan te moedigen en te faciliteren. De burgers gaven in dit onderzoek aan dat de rol van de gemeente minimaal is bij het initiatief/project en dat veel wensen en ideeën geen doorgang vinden door het politieke systeem. De burgers zeggen dat hun initiatief van belang kan zijn voor de duurzame ambitie van Heerlen om op lokaal niveau voedsel te produceren, maar dat het initiatief/project te kleinschalig is om echt een verschil te maken. Verder kent Heerlen verschillende kansen en belemmeringen die een transitie kunnen versnellen en afremmen.
Conclusie: Uit het onderzoek bleek dat hoewel de gemeente de verantwoordelijkheid bij de burger legt om een transitie waar te maken naar een duurzaam regionaal voedselsysteem, er nog geen basis is gecreëerd waaruit de burgers kunnen werken. Aanbevelingen zijn om een voedselbeleid te ontwikkelen, zodat de bottom-up initiatieven en projecten kunnen groeien en een transitie kunnen waarmaken naar een duurzaam regionaal voedselsysteem.